|
Geachte donateurs, |
In een periode dat ten gevolge van de
Covidpandemie veel is stilgevallen hebben we
met stichting De Koetsewagen zo goed en zo
kwaad als het ging geprobeerd onze activiteiten
voort te zetten. Er kon helaas weinig met onze
rijtuigen gereden worden, en ook een tweetal
koetsentochten waaraan de Koetsewagen haar
medewerking zou verlenen konden helaas geen
doorgang vinden. Wat tijdens één van de qua
Covid meest luwe periodes wel geslaagd is, is
het houden afgelopen zomer van een proefrit
met de recent aan
de collectie toegevoegde
postkoets.
|
wederzijdse kennismakingsperiode om zo
mogelijk op termijn het bestuur te versterken. Dit
kan gaan om het mee helpen bij
klus-bijeenkomsten, transporten, en bijwonen van
bestuursvergaderingen en activiteiten. Mocht u
hier meer over willen weten, neem dan gerust per
mail contact op via bestuur@koetsewagen.nl.
Ook dit jaar zijn we onverminderd bezig met
noodzakelijke restauraties en de benodigde
fondsenwerving. Dit is ondermeer voor de
bekleding van de lijkkoetsen. Hiervoor en voor
de andere instandhoudingskosten
doen we graag ook weer een beroep op
uw steun.
|
Stalhouderij Biessum zette voor een rit
door Delfzijl een vierspan in.
In 2020 hebben we het vergaren van de fondsen voor het
verwerven van de postkoets, Kimmanlandauer
en Jan Plezier succesvol afgerond. We zijn nog
steeds van plan deze en andere koetsen aan u en
andere belangstellenden te presenteren op een te
organiseren Open Dag. De planning wanneer dit
plaats gaat vinden hangt af van wanneer de
beperkende maatregelen van de Covidpandemie
hiervoor voldoende opgeheven zijn, en een
geschikt seizoensmoment. Wanneer we de
datum van de Open dag hebben kunnen
vaststellen dan komen we daar uiteraard biju op
terug. Op deze plek wil ik vanuit het bestuur
ook een oproep doen voor vrijwilligers die met
het bestuur mee willen draaien gedurende een
|
Wilt u uw jaarlijkse donatie
(minimaal € 20) s.v.p. weer aan ons
overmaken? Graag attendeer ik u erop dat De Koetsewagen de voor
donateurs fiscaal gunstige ANBI-status heeft.
Dit betekent dat uw donatie onder bepaalde
voorwaarden fiscaal aftrekbaar is (zie
www.belastingdienst.nl)
Bij voorbaat, mede namens het bestuur en de
andere vrijwillegers, wil ik u hartelijk danken
voor uw steun, en graag tot ziens op (hopelijk) de
Open Dag.
Met hartelijke groet,
Mertijn Dijkstra Voorzitter
|
|
|
VAN DELDEN
EEN KOETSIER IN HART EN NIEREN.
Rond Noordlaren zien wij regelmatig een
aanspanning voorbij komen met daarop de naam
van Delden. Nieuwsgierig geworden tijd om
eens een praatje te maken. De heer W. van
Delden woont te Noordlaren en is van huis uit
landbouwer, met als hobby paarden. Dat is
eigenlijk begonnen toen hij zo’n veertig jaar
geleden wel eens voor Stalhouderij van Bergen
vanuit Groenestein reed. Op het
boerenbedrijf waren uiteraard ook paarden
totdat deze door de tractor vervangen werden. In
de jaren tachtig kocht hij weer paarden. Hij rijdt
nog steeds voor stalhouderij Nieboer uit
Hoogezand, een van de stalhouderijen waarmee
de Koetsewagen warme banden onderhoud.
Voor Nieboer gaat het voornamelijk om
trouwerijen en uitvaarten maar ook om andere
gelegenheden. Tevens rijdt hij met
gezelschappen prive en heeft daartoe de
beschikking over een Jan Plezier en een
Jachtwagen.
Met deze laatste gaat hij samen met zijn vrouw
met vakantie, waarbij wel tochten van zo’n 700
kilometer zijn gemaakt.
|
Hierover kan hij vele
anekdotes vertellen en een die mij trof was het
verhaal waarbij hij (met vergunning) over de
afsluitdijk reed en bij de brug aan kwam met het
bord “slagbomen dalen automatisch”. Net over
de brug gingen de slachtbomen voor hem
omlaag en daar stonden ze tussen de
slachtbomen en een wegdraaiende brug.
Gelukkig ging alles goed. In Noordlaren geniet hij
mede bekendheid door een tocht met een tienspan
in de omgeving van het dorp. Met vijf paarden van
hem zelf en vijf paarden van stalhouderij-manege
Nieboer is de tocht verreden, daarbij liepen zijn
eigen paarden voorop daar hij die door en door
kent. Afgelopen jaar konden wij hem nog zien
ploegen zoals voor de komst van de tractor,
namelijk met een ploeg met één schaar en twee
paarden ervoor. Hoewel hij zijn activiteiten wat
wil verminderen heeft Corona dat toch meer
gedaan dan hem lief is. Hopelijk kan
hij deze zomer weer volop rijden.
|
|
STALHOUDERIJ-MANEGE BIESSUM
MANEGE-STALHOUDERIJ BIESSUM VAN DE
FAMPRINS IN DELFZIJL IS GEHEEL
GERENOVEERD.
De stalhouderij van de familie Prins in Delfzijl is
geheel gerenoveerd na aardbevingsschade. De
rijhal en de stallen en schuren zijn geheel nieuw
opgetrokken.
|
Veel is gedaan in eigen beheer:
storten van beton, lassen van de toegangshekken
etc. Het resultaat is werkelijk indrukwekkend.
Onze Creme Calèche is daar ondergebracht
En vandaar uit startte ook onze proefrit met de
Postkoets, die overigens nu weer op Nienoord
staat.
|
De nieuwe hallen van stalhouderij-manege
Biessum van de familie Prins te Delfzijl.
|
|
KOETSENBOUWERS VAN ONZE KOETSEN:
- G.M. van Beurden: 1901-1919 Den Haag
Dodo I (staat op de wieldoppen)
G. Mudde Amsterdam 1888 -1983
Sophie glasberline
Rode Coupé
- M.L.Hermans& Co (geb1812-1876 )1839-1927
- Bunk II: Huninga
- Blauwe glaslandauer
- Witzand coupé
- F.H. Lathouwers Den Bosch (geb.1821)
1848 -1917
- Bunk III: blauwe berline
- (ook Bunk I ?)
Dodo I
(Rouw)koets in Parijs eind 19e eeuw
|
Zoek de verschillen!
± 1840
±1850
±1850
(met éénpaards-lemoen, geen disselboom)
Dik Hakhout
|
|
HOE OUD ZIJN ONZE KOETSEN NU EIGENLIJK?
Wij hebben een 20-tal koetsen die in jaren 50
van de vorige eeuw verworven zijn uit verkopen
op verschillende veilingen toen de prijzen heel
laag waren. En daarnaast een aantal koetsen uit
het bestand van stalhouderij E Hemmes
voorheen Nienhuis in Groningen.
Maar hoe oud zijn die koetsen nu eigenlijk?
Wie waren de bouwers en hoe zeldzaam zijn ze
op dit moment geworden, want al liggen de
prijzen nog steeds laag, er wordt bijna geen
gesloten koets meer aangeboden!
Kortom ze zijn er niet meer of niemand wil ze
kwijt en dit geldt speciaal voor Berlines.
Stijl
Interessant is de stijl: de klassiek- strakke uit het
hoogtepunt tussen 1860 en 1890
De “geschweifte Stil” tussen 1840 en 1855 of de
neo-romantische stijl na 1900 die bij ons niet
aanwezig is. Ook de koetsen na 1900 hebben bij
ons nog de klassiek-strakke stijl. Verder is de
Sefton(schuit) vorm ouder dan de Shelbourne
(zak)vorm
Er zijn koetsen bij die veel ouder zijn dan we
eerder hadden ingeschat. Zo zijn ‘Scheve’ en
‘Dik Hakhout’ ruim ouder dan ‘Sophie’, die we
eerder als onze oudste koets aanmerkten.
En eigenlijk alleen de Dodo’s zijn van na 1900.
En hoe oud zijn de Lijkkoetsen?
Eén heeft een strakke bijna Empire stijl, de
ander juist uitbundig Barok-Romantisch.
Alleen een onderzoek van de assen zou
nummers en bouwjaren kunnen opleveren.
Misschien moeten we dat toch eens gaan doen.
Scheve-berline
|
Berlines
Periode 1840-1855
Scheve
Bouwer onbekend
Model: oud “geschweift”, te restaureren
geen collingsas?
Dik Hakhout
Bouwer onbekend
Model: oud “geschweift”, te restaureren
Periode 1860-1901
De Dodo I
kan niet ouder zijn dan 1901 omdat rijtuigbouwer
G.M. van Beurden toen pas begon.
Wel: ouder snijwerk rond palfreniers plaatsen
bokkist oud model (1840) met erop geplaatste
nieuwe bok, daaroverheen statiebok gehad.
Collingspatentassen dus na > 1860
model : klassiek-strak. De restauratie is bijna afgerond.
Dodo II
idem, maar zeer beschadigd en zonder palfreniersplank.
Sophie:
bouwer Mudde, kan dus niet ouder zijn dan: 1888
model: klassiek-strak, collingspatentas
Is goed te restaureren.
Huninga-Bunk II
Bouwer: Hermans mogelijk iets ouder: 1870
model: schuit, strak, iets doorgezet, met
collingspatentas
Is goed te restaureren
Blauwe berline BunkIII,
bouwer Lathouwers
zakberline, collingspatentas, misschien 1880
is al klaar.
Dun Hakhout
geen wieldoppen, model: schuit
Bunk I
bouwer onbekend, gelijk aan de Bunk III model
zakberline, collingspatentas, misschien 1880
Een volgende keer over de overige 15 koetsen
|
|
UW AANDACHT VOOR: DE KLEINE LIJKKOETS
Empire stijl, éénvoudig, strak. Deze koets is
aangekocht bij stalhouderij Haasnoot, in de
staat zoals hij was: nog niet geschilderd.
Er is een statiebok bij, de bekleding moet nog
worden aangemaakt. Eén van de houten
draagdammen was gebroken en is in onze
werkplaats opnieuw gemaakt.
De draaikrans is gerepareerd, houtwerk
voortrein is hersteld. Omdat waarschijnlijk de
ijzeren hoepels om de wielen later door nieuwe
hoepels met rubber-loopvlak zijn vervangenwas
de ruimte om onder de bak te kunnen draaien te
laag, dit moest worden aangepast.
Er is een houtsculptuur op de zijkant bijgemaakt
gelijk aan die op de andere kant. Dit alles is
gebeurt in de werkplaats op Nienoord.
We hebben deze koets de Latijnse naam voor
dood gegeven: Mors, de dochter van Erebus en
Nox.
|
|