|
Geachte donateurs, |
Hierbij, wat later in het jaar dan u van ons gewend bent, het bulletin voor u als donateurs van Stichting De Koetsewagen. Reden hiervoor is dat er tal van activiteiten ondernomen zijn waarover we u graag in dit bulletin berichten.
Naast onze rijdende koetsen bij verschillende Groninger stalhouders lopen er ook een aantal restauratie-trajecten gestaag door. De glaslandauer Eva vordert, en met wat extra steun van enkele donateurs hebben we hiervoor
ook een tweetal lampen kunnen aanschaffen, waarover elders in dit bulletin meer. Het herstel van de Galaberline Dodo-I, een langlopend leer-project in het ambachtencentrum van de
Intergemeentelijke Sociale Dienst in het Nationaal Rijtuigmuseum Nienoord is ver over de helft. Wat hier nog mist zijn facetgeslepen ruiten, waarvoor we nog de financiën zoeken.
Ook in het museum krijgt de enkele jaren geleden gedoneerde kerkbrik nieuwe bekleding. Van de Jan Plezier zijn de achterveren hersteld; deze waren te slap geworden.
Nieuw is het tijdelijk in bruikleen geven aan het museum van een niet in gebruik zijnde trouwcoupé voor hun jubileum-tentoonstelling die op 15 december opent. Deze krijgt een bijzondere schildering om de geschiedenis van veel van dit soort coupés te illustreren.
Dit is een van de vele bijzondere verhalen die in deze tentoonstelling te zien zal zijn, en die we u daarom nu al kunnen aan-bevelen.
|
Tot slot heeft de Koetsewagen met steun van het Lieuwe Stienstrafonds een tweetal nog op te knappen lijkkoetsen kunnen verwerven, waarover verderop in het bulletin meer. Bovengenoemde zaken waren mogelijk middels een aantal bijzondere giften, en uit de jaarlijkse bijdragen van donateurs. Ook voor dit jaar doen we graag een beroep op u. Met uw jaarlijkse donatie (€20 ) helpt u mee de collectie rijtuigen in Groningen rijdend te houden of weer geschikt te maken om ermee te rijden. Maar ook grotere giften zijn eigenlijk voor ons noodzakelijk om restauratieprojecten af te kunnen maken. Voor € 600,- (of ieder een klein deel daarvan) helpt u de Dodo I aan haar ruiten. Voor € 500 kunnen we noodzakelijk onderhoud doen aan de veren van de blauwe glaslandauer. Voor het schilderen en bekleden van de lijkkoetsen gaat het ook om een groter bedrag. |
|
Desgewenst informeren we u graag over de mogelijkheden. Voor al uw steun, en ook tips van wie we deze extra kunnen verkrijgen, zijn we u op voorhand al bijzonder erkentelijk. Hiermee houdt u mede de koetsen in Groningen op de weg.
Met hartelijke groet,
Mertijn Dijkstra, Voorzitter
In Memoriam Jaap Stienstra
Op 1 december overleed op 94-jarige leeftijd Jaap Stienstra, een van de oprichters van Stichting De Koetsewagen. Vanaf de oprichting in 1977 heeft hij zeer veel voor de Koetsewagen betekent in het bestuur, bij het verwerven van rijtuigen, in stand houden van stalhouderijen,
|
enthousiastmeren van vrijwilligers en financieel steunen van de stichting. Het bestuur van Stichting De Koetsewagen is hem daarvoor bijzonder erkentelijk en blijft hem herinneren voor het vele wat hij voor de Koetsewagen gedaan heeft.
|
`
|
60 jaar Rijtuigmuseum Nienoord
Ter gelegenheid daarvan werd een heel mooie koetsentocht gehouden met vele deelnemers
Lampen voor de glaslandauer
Een aantal donateurs heeft met extra giften het mogelijk gemaakt om de in restauratie zijnde glaslandauer Eva te voorzien van twee fraaie lantaarns. Ze zijn gemerkt: Tattersall Bussum. De eerste is al helemaal gereed en gepoetst; van de tweede wordt nog een ruitje hersteld door een gespecialiseerd bedrijf.
|
Interview met stalhouder Kuipers
Afgelopen maand waren wij bij stalhouder Kuipers. Jan Kuipers is in 1927 geboren. Zijn vader had een boerderij en een melkventerij waarmee hij als 10 jarig jongetje met het paard meereed. Juist toen eind jaren 30 werden de koetsen uit het straatbeeld verdreven door de auto. In de oorlog reed men wel weer met koetsen omdat er geen benzine was, maar na de oorlog was het snel gedaan
Stalhouder Nienhuis hield boeldag in 1945,stalhouder Goldhoorn in 1955 een landauer deed toen al niet meer dan f35,- en paarden f300,-
Stalhouderij Hemmes was een luxe stalhouderij, die had nog een beetje werk maar toen zijn zoon stierf in 1964 heeft hij het overgedaan aan de nieuwe stichting Stalhouderij Noord-Nederland met eerst 6 jaar Bolhuis als stalhouder en daarna van Bergen 5 jaar.
In 1976 werd Kuipers op het stadhuis ontboden of hij de stalhouderij over wilde nemen van Van Bergen. Kuipers die voor hobby tuigpaarden reed, sprong van Bergen vaak bij met extra paarden als er een grote optocht was, maar nu werden de rollen omgedraaid. Het werd stalhouderij Kuipers en ook niet meer op Groenestein maar aan de Friesestraatweg.
Kuipers kocht allemaal nieuwe tuigen en nieuwe paarden. Soms beleerde hij ze 14 dagen bij Toon Dirks in Eindhoven. Ook leerde hij veel van Van Dijk uit Emmeloord, waar hij later de postkoets van gekocht heeft.
|
|
Na een aantal jaren had hij voldoende paarden voor meerspannen.
Een 4span, 6 span 10 span 24 span. Het werd een wedstrijd met Piet de Boer van de praktijkschool uit Oenkerk wie het langste span kon uitbrengen. Uiteindelijke kwam hij met een 24 span in het Guinessbook of Records en later was er opnieuw een wereldrecord met een 30 span de helft van Kuipers, de andere helft van Chardon.
Bij de Koninginnedag optocht en voor de 28 augustus optocht hadden ze soms wel 10 koetsen, met koetsiers en palfreniers samen 15 personen en ze hadden die grote groep mede-werkers snel bij elkaar. Meestal reed Kuipers bij het vertrek, met het vierspan voor de senaatskoets, eerst achteraan, zodat hij een goed overzicht had wat er voor hem gebeurde, bij de eigenlijke optocht moest hij natuurlijk als eerste vooraan rijden, en dan luisterde hij altijd goed naar wat er achter hem gebeurde.
Tegenwoordig is het rijden in de stad eenvoudiger dan vroeger: het is veel stiller door het verkeers-circulatie plan en zij rijden over de busbaan, dat geeft de minste onrust. Als er een bus aankomt laten ze die even passeren. De bereden politie heeft ook veel begrip voor hun situatie. Het oversteken bij verkeerslichten blijft een probleem voor een stoet. Als alles stilstaat kan de hele stoet er snel over. Bij de Friesestraatweg gaat hij wel over het nieuwe brede fietspad anders krijg je zo'n rij auto's achter je, maar bij de nieuwe brug is geen vangrail naast het fietspad, dat vindt hij gevaarlijk. Als iemand op de Friesestraatweg hem dan opjaagt of erg gevaarlijk probeert te passeren, gaat hij wel eens met opzet stapvoets rijden. Tja..
De Koninginnedagoptocht, volks-vermaken op 28 augustus, Sinterklaas-optochten, dat waren mooie ritten. Hulptroepen waren geen probleem. Het was wel spannend zo’n optocht.
Ritten met de Senaatskoets met 2-en 4 span.
Ritten met de Senaatskoets zijn er geweest in Leiden, Utrecht, Wageningen. Kuipers had zelf transport en vervoer van de koets en de paarden in zijn oude DAF vrachtauto met aanhanger.
Er mogen maar vier personen in de senaatskoets met twee palfreniers achterop waarvan dan één de pedel was. Als er meer personen in zaten schuurde de wagen-kast tegen de flêche eronder en werd de kast beschadigd.
Hij vertelt verhalen over oud studenten die in de senaat gezeten hadden en voor een feestje of een promotie meenden Kuipers te kunnen verordonneren de Senaatskoets voor te laten rijden, maar dat mag niet.
|
Hij mag maar drie keer per jaar uit Leek gehaald worden en alleen voor senaatsgebruik.
De senaatskoets is nu in restauratie, de wielen moeten opnieuw opgesloten worden en de bekleding gerepareerd.
De Postkoets
In 1986 nam hij deel aan de postkoetsenrace :
Groningen-Alkmaar-Leiden onder auspiciën van post.nl.
En in 2010 de postkoetsen-tocht Groningen-Münster ter gelegenheid van 350 jaar vrede van Münster. Zie voor het verhaal van de postkoets ons vorige nummer
Nieuwe Stalling
Voor de zeven koetsen die nu in Kielwindeweer op restauratie staan te wachten, is een nieuwe stallingsruimte gevonden: in de buurt van Westerwijtwerd onder Middelstum. In januari worden ze daarheen verhuisd.
|
|
De Coupé
Op Nienoord wordt één van onze 3 Coupées tentoongesteld in de komende tentoonstelling.
Dit rijtuig type heet Coupé in Nederland, Frankrijk en Duitsland, echter in Engeland heet het een Brougham want daar is het ontstaan naar een ontwerp van Lord Brougham. Die wilde een gemakkelijk wendbaar éénpaards-rijtuigje waar niet meer dan twee personen in hoefden, laten bouwen. Dat kon toen omdat door de betere veren een rijtuigbak regelrecht aan de assen kon worden bevestigd en de lange flêche onder het rijtuig niet meer nodig was.
Hij ontwierp een vierwielig rijtuig veel kleiner dan de toen gebruikelijke Berline. In wezen sneed hij het voorste deel van de bak eraf vandaar de latere naam Coupé.
Zijn rijtuigbouwers Sharp and Bland zagen hier echter niets in wilden het niet bouwen. Hij ging toen naar de rijtuigbouwers Robinson Cook & Holdwell. Voorjaar 1839 was het eerste exemplaar gereed. Het was het eerste gesloten rijtuig voor één paard. Het werd meteen een groot succes en veel nagevolgd.
Er horen vierkante lampen bij met een ronde top.
Accessoires:
Er kon een bagagerek op gemonteerd worden en een opstaand zg ‘Operaboard’ als extra bescherming tegen aanrijdingen met een disselboom van achteren , dit bord kon plat naar beneden geklapt worden en dan fungeren als staanplaats van een bediende.Het voor-raam was vlak in tegenstelling tot de latere Coupées waar het raam rondgebogen is
Ook twee van onze Coupées hebben een rond gebogen voorraam. In Engeland werd dit ook wel een Clarence genoemd.
De kleur was gedekt: blauw, donkergroen of rood met zwart. Nooit wit, de mode om het trouwkoetsje wit te schilderen dateert van veel latere tijd. Op een trouwfilm uit de jaren zestig zie ik onze Coupé rood-zwart geschilderd en op een trouwfilm drie jaar later is dezelfde coupé wit De tentoonstelling dit najaar op Nienoord zal de ontwikkeling van de Coupé mooi laten zien.
|
Clarence
Barker-style
Brougham
Peter-style Brougham
(Zoek de verschillen
in raam of deuren)
|
|
Uw aandacht voor...De Lijkkoetsen
Kort geleden heeft de Stichting De Koetsewagen twee lijkkoetsen (met een gift) verworven. Er was er geen meer in onze collectie en bij de uitvaart van Jaap Stienstra bleek dit wel een omissie. We mochten toen die van Stalhouder Nijenhuis gebruiken. Maar toen dit voorjaar de gelegenheid zich voordeed heel goedkoop twee voor de prijs van één aan te schaffen hebben we dat gedaan. En waarom dan twee? Dit omdat deze per twee aangeboden werden. Ze zijn afkomstig van de bekende rouwstalhouderij Haasnoot.
Er moet nog wel het één en ander door onze vrijwilligers aan schilderwerk gedaan worden voordat ze inzetbaar zijn. Bij beide hoort een statiebok die ook nog bekleed moet worden.
|
Het lijkt niet zo’n vrolijk verhaal, maar rijtuig technisch is er veel interessante variatie in dergelijk voertuigen, die vroeger natuurlijk frequent in het straatbeeld te zien waren. Ook deze twee rijtuigen zijn totaal verschillend. De ene Neo-klassiek, de andere romantisch barok, met zelfs los op te hangen engeltjes op de hoekstijlen.
De uitvaart van Jaap Stienstra, van Adorp naar Wierumerschouw
|