|
Geachte donateurs, |
Ook dit jaar zijn we met bestuur en vrijwilligers
van Stichting De Koetsewagen weer volop bezig
met diverse activiteiten om onze collectie
rijdend erfgoed op de weg te houden.
In januari vond uitbreiding van onze
rijtuigcollectie plaats: we kregen een bijzondere
kerkbrik geschonken van mevrouw L. de
Savorin Lohman van de Boschplaatse in
Blijham. We zijn haar hiervoor zeer
erkentelijk. Deze brik is inmiddels overgebracht
naar het Nationaal Rijtuigmuseum, onderdeel
van museum Nienoord te Leek. Na wat herstel
aan stoffering en schilderwerk is het de
bedoeling dat hiermee op en rond Nienoord
gereden kan gaan worden. Verderop in dit
bulletin meer over deze koets. Met deze koets
worden de banden met het rijtuigmuseum verder
verstevigd. Na zeer moeilijke tijden heeft het
museum uitzicht op verbetering van haar
inkomsten en daarmee weer perspectief voor de
komende jaren. Belangrijk is wel dat het
museum meer steun verwerft. Overweegt u
daarom om ook vriend te worden van het
rijtuigmuseum, zie www.museumnienoord.nl.
Onze koets de Dodo I staat hier al geruime tijd
in de werkplaats waar door het werk/leer-project
van de ISD (Intergemeentelijke Sociale Dienst
Westerkwartier) aan het herstel gewerkt wordt.
U leest in dit bulletin een interview met de
werkmeester.
|
Ondertussen vorderen de herstelwerkzaamheden
aan onze glaslandauer Eva ook. Vorig jaar
mochten we weer van velen van u donaties
ontvangen, waar we u dankbaar voor zijn. Een
donatie voor een hoger bedrag was specifiek
voor de disselboom van de Eva waarvoor wij de
anonieme gever bij deze expliciet willen
bedanken.
Bij dit bulletin treft u ook dit jaar ons verzoek
om uw donatie aan. De minimumdonatie
bedraagt € 20,-, maar een hogere gift is van
harte welkom. Zie voor de belastingaftrekmogelijkheden
vanwege de ANBI-status
verderop in dit bulletin.
Met vriendelijke groet,
namens het bestuur van Stichting De Koetsewagen,
Mertijn Dijkstra, voorzitter
|
|
EEN HEEL BIJZONDER BOEK
“Toen gewoon, achteraf bijzonder”`
|
De conservatrice van de Fraeylemaborg,
mevrouw Henny van Harten-Boers heeft in haar
onlangs verschenen boek "Toen gewoon,
achteraf bijzonder", geschreven over het
dagelijks leven op de Fraeylemaborg. In het
boek van het genre "oral history" komen mensen
aan het woord die nog hebben meegemaakt dat
de Fraeylemaborg het bewoonde, kloppende
hart van Slochteren was. Het kasteel, zoals de
borg in het dorp werd genoemd, speelde in het
leven van de Slochteraren een vaste, maar
discrete, rol.
De bewoners van de borg waren in het dorp
iemand. Niet alleen omdat ze het eigendom of
het beklemrecht bezaten van een groot aantal
woningen en stukken grond, ook hun inzet voor
sociale doelen, evangelisatie, onderwijs, kerk en
padvinderij gaven het dorp gestalte.
De lezer komt niet alleen veel te weten over het
dagelijks leven op de borg waar een Spartaans
bestaan werd afgewisseld met de luxe van de
adel, ook wàt er gegeten werd wordt besproken.
Wie daar iets in ziet, zou de traditionele en bij
ieder diner geserveerde Fraeylemasoep kunnen
koken. Een brouwsel op basis van runderbouillon
met havermout en gesneden rundvlees.
De samenleving waarin de kasteelbewoners de
toon aangaven en waarin de kasteelheer nog min
of meer vanzelfsprekend tot burgermeester werd
benoemd liep aan het einde van de 19e eeuw al
op zijn laatste benen.
De Eerste Wereldoorlog, stijgende belastingen,
democratisering en nivellering luidden een
nieuw tijdperk in.
|
Toch bleef Slochteren tot aan
de dood van de laatste kasteelvrouwe Catharina
Cornelia Thomassen à Thuessink van der Hoop
van Slochteren geb. Star Numan in 1965 een
dorp in de schaduw van de Borg. De familie
bleef nog enige tijd in het bezit van het grote
huis, maar de twee dochters en hun gezinnen
konden de eeuwenoude traditie niet meer
voortzetten. In 1971 verlieten de beide dochters
en hun gezinnen de borg. De rijke inboedel, in
de loop van eeuwen verzameld door generaties
van de families De Sandra Veldtman, Hora
Siccama en Thomassen verzameld, raakte door
veilingen verspreid. Deze veilingen zijn een
grote aderlating geweest voor het Groningse
erfgoed. Wanneer de inboedel bewaard zou zijn
gebleven, was Groningen een monument voor de
woongeschiedenis van de borgen rijker geweest.
Het huis bevatte immers niet alleen een schat
aan portretten en een vermaarde collectie
porselein, ook de alledaagse gebruiksvoorwerpen,
die zich op een borg waar zelden
iets werd weggegooid hadden opgehoopt, gaven
een uniek beeld van het leven in de 18e en 19e
eeuw.
In "Toen gewoon, achteraf bijzonder" beschrijft
Henny van Harten-Boers aan de hand van de
verhalen van onder andere werksters, kok,
pachter en familieleden het dagelijks leven op
een borg. Dit leven werd in de loop der jaren
steeds meer een tijdcapsule. Modern comfort
bezaten de bewoners niet en de lasten werden
steeds hoger…
De niet geïndexeerde erfpachtcanons en de
opbrengsten van het landgoed werden
ontoereikend om de gebruikelijke staat nog te
blijven voeren. Het aantal personeelsleden nam
af en de familie verkocht een deel van de grond.
Toen kwam de dag dat afstand werd gedaan van
de rijtuigen. De paarden waren al veel eerder
van de borg verdwenen.
de Groninger Barouchet van de Fraeylemaborg,
|
|
De Groninger Barouchet is een zeer uitzonderlijk
rijtuig, het lijkt op een brik met de kap
boven de koetsiersplaats, maar nee het heeft
deurtjes aan de zijkant en de kap aan de
achterkant kan naar beneden als bij een landauer.
Wie over rijtuigen en Groningen schrijft stuit
onvermijdelijk op "onze" Jaap Stienstra. Het
lijkt alsof in Stad en Provincie sinds de Tweede
Wereldoorlog niets is gebeurd zonder dat Jaap
daarbij een rol speelde. Op de Fraeylemaborg
was hij een huisvriend geworden en na de
opening van het Nationaal Rijtuigmuseum
vertrouwde de oude slotvrouwe hem de rijtuigen
van de familie toe. Zij maken nu deel uit van de
collectie van het Nationaal Rijtuigmuseum in
Leek.
De Fraeylemaborg was een van de laatste grote
huizen in ons land waar men nog een eigen
koetshuis met dito koetsen bezat. Er was een
Utrechtse tentwagen, een damesphaeton of
boswagentje voor kleine ritten, de Groninger
barouchet en een brik uit
1880. Al deze rijtuigen
werden uitgeleide gedaan
door een toch wat ontdane
mevrouw Thomassen à
Thuessink van der Hoop
van Slochteren geb. Star
Numan, die verzuchtte dat
dit "het begin van het einde " was.
Het boek "Toen gewoon, achteraf bijzonder,
herinneringen aan het landgoed Fraeylemaborg
1920-1970" door Dra. Henny van
Harten-Boers bevat 160 pagina's en veel unieke
foto's.
Damesphaeton
Het is voor 15 euro bij de
museumwinkel van de Fraeylemaborg te koop
maar bestellen bij de webwinkel is ook
mogelijk. De uitgave werd mede mogelijk
gemaakt door de Vereniging vrienden van het
landgoed Fraeylemaborg en het VSB fonds
Groningen en aannemer Roorda en Veldman.
DEPOT VERNOEMD NAAR JAAP STIENSTRA
Het depothallen van het Nationaal Rijtuig
museum samen met de daarin gevestigde
werkplaats hebben dit voorjaar de naam Jaap
Stienstra Hallen gekregen naar de medeoprichter
van het rijtuigmuseum. Omdat in dit
depot de meeste rijtuigen van het museum
bewaard worden kun je dit gerust het eigenlijke
rijtuigmuseum noemen en het is tegenwoordig
dan ook dagelijks met instaprondleidingen te
bezichtigen.
|
STAATSECRETARIS JETTA KLEINSMA OP
WERKBEZOEK
Staatsecretaris Jetta Kleinsma bezocht het
werk/leer-project van de ISD in de Stienstra
hallen.
Zij was zeer onder de indruk en noemde dit een
voorbeeldproject.
KENNETH ROUBOS:
"ONZE" KOETSENBOUWER OP NIENOORD
In dit bulletin is het niet ongebruikelijk om eens
wat extra aandacht aan een persoon te geven die
een belangrijke rol van betekenis in de wereld
van het aangespannen paard in de provincie
Groningen en daar buiten speelt. Op een zonnige
middag onlangs heeft er dan ook een prettig
gesprek plaats gevonden in de werkplaats van de
Jaap Stienstra-hallen (het rijtuigendepot op
Nienoord).
Kenneth Roubos
werkt al weer een
paar jaar in de
werkplaats van Nienoord.
Hij is daar
verantwoordelijk voor
het werk/leerproject
van de ISD. Jongeren
en volwassenen die
buiten de maatschappij
dreigen te
vallen of weer terug
willen keren, kunnen
hier een traject volgen
waardoor ze weerbaarder en actiever verder
kunnen met hun leven. Het restaureren en
onderhouden van de koetsen oftewel het hout
bewerken is daarvoor een prachtige manier.
Allerlei vaardigheden wordt ze bijgebracht. Met
als mooi resultaat een hoge uitstroom naar werk
of oppakken van een opleiding. De basis
hiervoor is een rustige en overzichtelijke
werkplek met dito begeleiding.
|
|
Kenneth is hiervoor
verantwoordelijk.
Voordat hij begon bij
de Koninklijke
Stallen in Den Haag
als koetsenbouwer en
onderhoudsman, was
hij eerder werkzaam
op allerlei maatschappelijke
en sociale terreinen.
De daarbij
opgedane ervaring
komt hem nu zeer goed van pas. Het begeleiden
van jongeren en langdurig werklozen is meer
dan een praatje en een kopje koffie. Het vraagt
veel geduld en begrip maar ook enige
voortvarendheid. Er wordt geleerd hoe je hout
kan bewerken door te leren schaven, zagen en
bijvoorbeeld schuren. De prachtige vogelhuizen
die gemaakt worden zijn daar het resultaat van.
Zodra blijkt dat iemand wat meer kan en wil is
daar altijd een koets waar wat aan moet
gebeuren. Op dit moment staat de Dodo van de
Koetsenwagen in restauratie aldaar. Zoals u op
de foto kan zien moet er heel veel aan de Dodo
gedaan worden. Maar met behulp van
projectmedewerkers gaat het restaureren toch
gestaag verder.
De kennis van het koetsen bouwen heeft
Kenneth voornamelijk opgedaan in de
Koninklijke Stallen. Niet alleen het dagelijks
onderhoud van de koetsen lag in handen van
Kenneth maar ook de restauratie. Eén van de
topstukken die hij zelf en alleen heeft
opgeleverd is de rouwkoets met bijbehorende
koets voor de kransen. Deze koets is in opdracht
van toen nog Koningin Beatrix helemaal
opnieuw vorm gegeven en gerestaureerd. Van
kleine tot hele grote aanpassingen heeft
Kenneth daar een mooie nieuwe rouwkoets van
gemaakt.
|
De meest opvallende aspecten zijn de
wijze waarop de rouwkist in de koets wordt
geplaatst en kleurstelling van de kleden. Van wit
is dit naar paars getransformeerd. Voorafgaand
aan de restauratie van de rouwkoets is er
uitgebreid onderzoek gedaan. De opgedane
kennis kon weer toegepast worden tijdens de
restauratie.
Toch heeft Kenneth er voor gekozen om zijn
werkterrein van Den Haag naar Leek te
verplaatsen. Dat heeft alles te maken met het feit
dat hij hier twee werelden aan elkaar kan
verbinden. De liefde voor de mens aan de liefde
voor het hout. Het werken met allerlei soorten
hout en de bijbehorende aspecten vindt hij
prettig. En als hij door zijn achtergrond ook nog
mensen weer via houtbewerking een duw in de
rug kan geven is Kenneth zijn dag weer
geslaagd.
Voor ons als liefhebbers van koetsen zijn
mensen als Kenneth Roubos onmisbaar. De
kennis en kunde die hij over koetsen heeft maakt
dat wij anno 2016 nog steeds in staat zijn om
per koets ons te verplaatsen. Mocht u een keer in
de gelegenheid zijn neem dan een kijkje in de
werkplaats in de Jaap Stienstra-hallen op
Nienoord. Kenneth vertelt u graag meer..
DE KOETSEN VAN DE FRAEYLEMABORG
Utrechtse tentwagen
glazen brik,
en bij de collectie hoorde
ook de Groninger
Barouchet die op bldz 2
vermeld staat.
Rockaway
|
|
UW AANDACHT VOOR DE HERMANS-BRIK |
Deze nieuwe Glazen-brik-met-winterkap
geschonken aan de Stichting de Koetsewagen
door mevrouw L. de Savorin Lohman is op 31
januari dit jaar van Blijham naar het
Rijtuigmuseum vervoerd. Zij zal daar opgeknapt
en dat betekent eigenlijk vooral geschilderd
gaan worden, want verder is zij in perfecte staat.
De bouwer is Hermans uit Den Haag, wat stond
voor kwaliteit.
Een Brik is een koets met het deurtje aan de
achterkant en de zitplaatsen meestal inde lengte,
een Brik was de iets grotere en al of niet
gedekte uitvoering van een Wagonnette, ook
een koets met het deurtje aan de achterkant
maar zonder kap. Engelsen schrijven Brake of
Break.
De Skeleton Break
werd gebruikt voor
het inrijden (to break )
van paarden. Dit is
niet meer dan een heel
hoge bok ( tegen achteruitslaan
van de
paarden) met een
plankier erachter voor
de groom.
Skeleton Break
De kerkbrik was een heel veel gebruikt vervoermiddel.
Je had een R.K en een Protestants type.
|
De nieuwe Hermans-brik
Bij onze nieuwe Hermans-brik kan de winterkap
eraf getild worden, zodat er in de zomer zonder
kap gereden kan worden.
|
|
Uw donatie aan "De Koetsewagen" is
aftrekbaar voor de belasting!
Graag wijzen we u op de status van culturele
ANBI van Stichting De Koetsewagen,
waardoor er een extra giftenaftrek geldt:
particulieren mogen in de aangifte inkomstenbelasting
1,25 keer het bedrag van de
gift aftrekken. Ondernemingen die onder de
vennootschapsbelasting vallen, mogen 1,5 keer
het bedrag van de gift aftrekken in de aangifte
Hierbij meld ik me aan als donateur van de Stichting 'De Koetsewagen'
Naam: ...............................................................................
Adres: ...............................................................................
Postcode: .............................. Woonplaats: ............................
Mijn donatie a 20,- per jaar maak ik over op de bankrekening van de Stichting 'De Koetsewagen'.
Na mijn betaling ontvang ik eenmaal per jaar het blad 'De Koetsewagen'.
.............................. .............................. .............................
(plaats) (datum) (handtekening)
Een rijtuig zorgt voor een stijlvolle verlevendiging van het landschap. Het accentueert de cultuur en de historie waar Groningen zo rijk aan is.
Laten we er met z'n allen voor zorgen dat dit stuk cultuurbezit niet verloren gaat en dat we nog tot in lengte van dagen kunnen genieten van de prachtige aanblik die een koets ons in de straten biedt.
|
|