Geachte donateurs, |
Elk jaar berichten we u over onze activiteiten om de rijtuigen in gebruik te houden in Stad en Ommeland,
middels verslagen van onze restauratie-inspanningen en mogelijkheden voor koetsentochten.
En elk jaar mogen we ons verheugen op uw ondersteuning daarbij.
Dit jaar leek het ons leuk om u in de gelegenheid te stellen om van de koetsen te genieten tijdens een speciaal georganiseerde koetsentocht in de mooie omgeving van Groningen. Hierin kunt u al meerijdend zien en ervaren wat er mede met uw steun van ons rijdend erfgoed gerestaureerd is, en in stand gehouden wordt. Elders in dit bulletin meer informatie over deze koetsentocht.
Naast het verwer-ven van nieuwe fondsen voor de restauratie van met name de glas-landauer Eva
willen we dit jaar met onze vrijwilligers ook zelf een aantal restauratiewerkzaamheden verrichten.
Daarvoor zijn we nog op zoek naar een geschikte
locatie in Groningen of de directe omgeving daarvan. Mocht u iets weten dan houden we ons van harte aanbevolen.
|
Ook dit jaar rekenen we graag weer op uw donatie; deze is net als de vorige jaren vastgesteld op minimaal € 15,- maar een grotere gift is van harte welkom. Een groot aantal van u doet dit, hetgeen ons een extra steun maar ook aanmoediging geeft.
Mede namens vrijwilligers en bestuur wil ik u alvast danken voor uw steun gedurende ook dit jaar. Daarnaast begroeten we u graag op de koetsentocht van zondag 3 juni.
Met vriendelijke groet,
Mertijn Dijkstra
Voorzitter
Inhoud
|
|
Beschrijving van een route van een Koetsentocht
Na vertrek rijden we over de Hoornse Dijk langs het Paterswoldse meer.
Langs de dijk zijn een aantal opvallende zaken te zien:
We passeren onder meer de thuisbasis van de kanobasketbalvereniging.
Deze hebben tegenwoordig een oefenvijver naast de dijk.
Let op het grote verschil in hoogte van de waterstand aan weerszijden, goed zichtbaar bij de sluis. We rijden vervolgens door Haren, welke plaatsnaam in Nederland twee en in zowel België als Duitsland een keer voorkomt.
Historisch gezien behoort dit tot het rechtsgebied Gorecht.
In de eerste jaren van de twintigste eeuw liep er een tram (aanvankelijk paardentram) door Haren, als onderdeel van het traject van Groningen naar Zuidlaren en Vries. Enkele wachthuisjes voor die tramverbinding zijn nog te zien langs de Rijksstraatweg. Wanneer we Haren uitrijden met een bocht naar rechts zien we er hier één van.
Bommen Berend, de belegeraar van Groningen, zou de toren van de hervormde kerk in 1672 als uitkijkpost hebben gebruikt. Een kogel van het beroemde kanon de Grote Griet zou hem daar een bord met zuurkool met spek uit handen hebben gestoten.
Via de Rijksstraatweg vervolgen we onze tocht richting Glimmen, waar we afslaan het bos in. Na onder het viaduct door te zijn gegaan komen in het plaatsje De Punt.
De naam is een verbastering van pont, het dorp is dan ook gelegen aan de oorspronkelijke weg van Assen naar Groningen waar deze de Drentsche Aa kruist.
Het Noord-Willemskanaal waarlangs we nu rijden, is de scheepvaartverbinding tussen de Drentsche Hoofdvaart en de stad Groningen.
|
Het kanaal is in 1861 gegraven, is 38 kilometer lang, en heeft en diepte van 2 meter. Het telt tien beweegbare bruggen en drie schutsluizen. Het kanaal is genoemd naar koning Willem III.
In 1881 werd het landgoed Bosch en Vaart gebouwd. Destijds fungeerde de villa als zomerverblijf.
Dit prachtig oord werd een plaats waar rijkdom veranderde in bedelstaf, van lief en leed. In 1945 heeft Prins Bernhard, op weg naar de bevrijding van Groningen, hier een kopje thee gedronken.
Sinds 1984 is het landgoed in handen van de huidige eigenaar. De prachtige Franse en Engelse tuinen (met theekoepeltje) en de tuinderij zijn gedeeltelijk opengesteld voor het publiek. Toen het landgoed werd aangekocht, was het verpauperd en overwoekerd door onkruid. Het dak lekte aan alle kanten. Inmiddels is het landgoed bijna geheel in oude luister hersteld. Het landgoed heeft meerdere bijgebouwen, zoals koetshuis, een theekoepel en een oranjerie. Een oranjerie was destijds een gebouw waar bijvoorbeeld sinasappelbomen konden overwinteren.
Na de oversteek van de oude Rijksstraatweg tussen Groningen en Assen op weg naar Yde rijden we over een stukje hondsrug .
Yde ligt op een hoge zandrug tussen de stroomdalgebieden van de Drentse Aa en de Runsloot en het ontwikkelde zich als een esdorp. Het ligt rond een brink die, gerekend naar de afmeting van het dorp, verhoudingsgewijs zeer groot is.
|
|
Het vliegveld Eelde wat we nu passeren is het grootste vliegveld van Noord Nederland, en bezit 2 banen,
één van 1500 meter en één van 1800 meter, elk 45 meter breed. Een baanverlenging is onlangs toegestaan.
Net voorbij het vliegveld rijden we het landgoed de Vosbergen in.
Tot het landgoed behoren een villa, een boerderij, vier in erfpacht uitgegeven voormalige boer-derijtjes, 52 ha bos, natuurterrein, vijvers, wegen, paden en 54 ha bouw- en grasland, in totaal ongeveer 106 ha.. De villa is nu een muziekinstumenten-museum.
In 1890 is men begonnen met de aanleg van het huidige bos. Eerst was er sprake van een landschap van veen en heide. Tijdens de ontginning is begonnen met de aanleg van het bos. In het bos is een grafheuvel te vinden. Onder deze heuvel bevindt zich nog een hunebed.
Als we het bos verlaten rijden we door Paterswolde. In de Groninger Volksalmanak van 1902 vroeg de Groningse Rijksarchivaris Jhr.Mr.Dr.J.A. Feith zich af waarom de overheden van "Paterswolde" spraken terwijl de volksmond en de oudste bronnen alleen "Potterwolde" kenden. Feith stelde dat de etymologische afleiding bestaat uit de geslachtsnaam "Potter" en "wold" wat Gronings is voor woud en in veel plaatsnamen voorkomt.
Feith sprak van een "geaffecteerde etymologie" waarbij Hollanders gemeend hadden de Groningse naam te moeten verbeteren in de veronderstelling dat met potters wel paters zouden zijn bedoeld.
Als we stad Groningen binnenrijden komen we langs de Piccardthofplas. Enkele decennia geleden bestond de plas in de huidige vorm niet, alleen een heel klein deel ervan.
|
De plas kreeg zijn huidige omvang toen er rond 1958 op deze plek zand gewonnen werd voor de aanleg van de nabij gelegen snelweg A7. De plas ontleent zijn naam aan het aangrenzende volk-stuincomplex Piccardthof, dat genoemd is naar de grote voorvechter van volkstuinen in de stad Groningen, de notabele Jan Hendrik Herman Piccardt. De plas is zo'n 30 meter diep waardoor hij niet dicht vriest, en heeft zoute kwel.
Even verder passeren we het Martiniziekenhuis. Opvallend is de glazen gevel voor de eigenlijke gevel. Door openingen beneden en boven in de glazen gevel ventileert de lucht tussen beide gevels. Wanneer in de eigenlijke gevel ramen geopend worden heeft men hierdoor frisse lucht, zonder het lawaaioverlast van de langslopende weg. Bijzonder zijn ook de laag gesitueerde ramen, waardoor patiënten vanuit bed ook naar beneden naar buiten kunnen kijken.En dan naderen we alweer de honingraad staalconstructie van het Hampshire Hotel, en daarmee het einde van deze tocht.
|
|
Rijtuig museum
Zoals we in het vorige bulletin melden dreigde het museum de provinciale subsidie kwijt te raken. De provinciale staten beslisten gelukkig anders dan in het advies stond en hebben het rijtuigmuseum laten bestaan, door een deel van de subsidie toch
te blijven toekennen. Door inzet van museumstaf en vele vrijwilligers bij het rijtuigmuseum is er deze winter een schitterende arreslee expositie geweest die veel bezoekers trok.
Winter expositie: Uit glijden
|
Koetsentocht voor donateurs Koetsewagen
Op zondag 3 juni organiseert het bestuur van stichting De Koetsewagen een koetsentocht met haar rijtuigen in de omgeving van Groningen. Rijd een dagje mee door Stad en Ommeland, met onderweg een aantal stijlvolle haltes als de lunch- en de sherrystop. Bij elke stop is er gelegenheid om de andere rijtuigen te bekijken en eventueel tot het overstappen op een ander rijtuig. We zijn druk bezig met de voorbereidingen en het belooft een attractieve route te worden met een aantal verrassende stops. De dag begint rond een uur of half tien en eindigt rond een uur op vijf.
Omdat het aantal plaatsen in de koetsen beperkt is, raden we aan niet te lang te wachten met aanmelden.
U kunt zich aanmelden door een e-mail te sturen aan de secretaris de heer J.A. Buiskool, per email:
J.A.Buiskool@iaf.nl Voor vragen kunt u contact opnemen met Mertijn Dijkstra, telefoon 050-3112519 (buiten werktijden).
In verband met de voorbereidingen kan dat tot en met maandag 21 mei.
De kosten van een dergelijke dag zijn per persoon € 65,-, kinderen tot 10 half geld. Het vriendelijke verzoek dit over te maken op rekeningnummer 57.14.39.896 van Stichting de Koetsewagen te Noordlaren
Deelname is definitief op het moment dat dit bedrag door ons ontvangen is. Later ontvangt u nog bericht met de precieze tijd en plaats van vertrek.
|
|
Uw aandacht voor
Berline Bunk II genaamd Huninga
Deze Berline in matig staat, staat thans in de boerderij Hermans-Dijkstra in Oostwold gestald.
Wij hebben drie berlines in dezer serie: Bunk I , II, en III, en alleen Bunk III is gerestaureerd en heet nu de Blauwe Bunk
Ze komen van een stalhouder Buunk uit Enschede. Er mankeert wel het nodige aan.
Toen we tijdelijk een wiel nodig hadden om de Calèche te verrollen waarvan het achterwiel in reparatie was hebben we zolang een wiel van de Bunk II geleend, maar zoiets past bijna nooit, en andersom paste het wiel van de Calèche ook niet op de Bunk.
|
Een wiel is precies pas op een as en ingesleten en draait geheel zonder kogellagers alleen met olie, dus veel speling is er niet. Zo’n systeem heet een Collings patent-as en heeft een oliekeer-leertje aan de binnenkant en twee moeren plus een wieldop / annex oliereservoir aan de buitenkant.
De vraag is niet of we deze Berline moeten restaureren, want het is een echte Hermans, van de beroemdste Nederlandse rijtuigbouwer, maar andere zijn ouder en zouden eerder aan de beurt moeten komen.
Berlines
De Stichting de Koetsewagen heeft in de laatste 10 jaar van haar bestaan een aantal belangrijke gebruikskoetsen gerestaureerd: De Jan Plezier, de Glazen Brik, de Calèche, de Blauwe Glaslandauer en één berline: de Bunk III, en dat was nuttig. Nog een glaslandauer en een paar trouwkoetsjes zouden ook geen kwaad kunnen, maar daar zijn we nog niet aan toe gekomen
Echter de stichting heeft een aantal heel zeldzame Berlines: dat waren gesloten (volg)koetsen, de ‘echte koets’ van de 18e en 19e eeuw en daar hebben we er 8 van en slechts die ene die boven genoemd werd is nu weer inzetbaar.
|
|
Hierbij meld ik me aan als donateur van de Stichting 'De Koetsewagen'
Naam: ...............................................................................
Adres: ...............................................................................
Postcode: .............................. Woonplaats: ............................
Mijn donatie a 15,- per jaar maak ik over na ontvangst van een
acceptgirokaart van de Stichting 'De Koetsewagen'.
Na mijn betaling ontvang ik eenmaal per jaar het blad 'De Koetsewagen'.
.............................. .............................. .............................
(plaats) (datum) (handtekening)
Een rijtuig zorgt voor een stijlvolle verlevendiging van het landschap. Het accentueert de cultuur en de historie waar Groningen zo rijk aan is.
Laten we er met z'n allen voor zorgen dat dit stuk cultuurbezit niet verloren gaat en dat we nog tot in lengte van dagen kunnen genieten van de prachtige aanblik die een koets ons in de straten biedt.
|
|